Boerderij Oude Willem
Appelscha
Het Drents-Friese grensgebied bestond rond 1800 voornamelijk uit uitgestrekte veengebieden. Waarbij de ‘Esdorpen’ de es als akker gebruikten, de beekoever als hooiland en de heide om de schaapskudde te weiden en zo mest te ve...
Hier schon mal ein Vorgeschmack
Het Drents-Friese grensgebied bestond rond 1800 voornamelijk uit uitgestrekte veengebieden.
Waarbij de ‘Esdorpen’ de es als akker gebruikten, de beekoever als hooiland en de heide om de schaapskudde te weiden en zo mest te verkrijgen voor de akkers. D’olle Willum was de schaapherder van weleer en daarmee tevens de naamgever van het gebied. In de 19e eeuw is men begonnen dit veen te exploiteren, het werd gewonnen en maakte plaats voor landbouw- of bospercelen.
In de omgeving waren diverse ontginningskoloniën. In het gebied Oude Willem waren in de dertiger jaren ook twee werkkampen. Hier werden werklozen verplicht tewerkgesteld in de ontginning van de woeste gronden voor land- en bosbouw.
Van veen naar landbouw
Dit gebied is in haar recente geschiedenis meermalen ingrijpend veranderd. Eerst in de 19e eeuw door vervening en ontginning, later door Natura 2000. Het veen werd gewonnen en afgevoerd via de toenmalige smalspoorbaan (Decauvillebaan) naar de Smildervaart (nu Drentse Hoofdvaart), waarna er landbouw voor terugkwam. Voor Oude Willem 9 betekende dit, dat er tot na de eeuwwisseling ook koeien werden gehouden.
Terug naar de natuur
Voor het gebied Oude Willem, oorspronkelijk gelegen in het Dieverveld, werd als onderdeel van Natura 2000 een plan gemaakt om het terug te geven aan de natuur en het gebied weer meer ‘nat’ te maken. Hiervoor werden boerderijen opgekocht en de landbouwgronden teruggegeven aan de natuur middels ‘uitmijnen’. Door de grond te verdrogen kwamen er andere planten en heide terug. Twee andere boerderijen zijn gesloopt en er werd een overgang gemaakt tussen laag- en hooggelegen gebieden.
Boerderij – Oude Willem 9
Oude Willem 9 kreeg een woonbestemming en is in 2008 als enige van de vier originele boerderijen een Gemeentelijk Monument geworden. Deze werd door de provincie verkocht in november 2019 en is sinds mei 2020 weer in gebruik als woonhuis.