Macht euch mit dem Wohnmobil auf den Weg und erlebt die Freiheit des Campings mit dem Komfort eines mobilen Eigenheims. Entdeckt alle Wohnmobilstellplätze, die Friesland zu bieten hat, und wählt euren Favoriten.
De strijd om Wons, Witmarsum, Zurich, Kornwerd en Pingjum
De strijd om Wons, Witmarsum, Zurich, Kornwerd en Pingjum
Op 16 april was het grootste deel van Friesland bevrijd. Maar enkele belangrijke doelen van de Canadezen waren nog niet bereikt. Zij wilden zo snel mogelijk de Friese havens en de Kop van de Afsluitdijk op de Duitse bezetter veroveren. Maar daarvoor moest nog wel hard gevochten worden. Zowel de havens als de Afsluitdijk werden door Duitse militairen gebruikt om te ontkomen naar Noord-Holland.
Om de Kop van de Afsluitdijk in handen te krijgen moesten eerst de Duitse troepen uit Harlingen worden verjaagd. Op 16 april werd die taak toebedeeld aan de Highland Light Infantry of Canada. Ondersteund door o.a. de tanks van de Sherbooke Fusiliers en de Royal Canadian Artillery gingen zij ’s avonds in de aanval en slaagden erin om de volgende ochtend Harlingen volledig te bevrijden.
Maar er zaten ook nog grote groepen Duitse militairen in de dorpen Makkum, WItmarsum, Wons, Zurich, Kornwerd en Pingjum. En ook die vormden een bedreiging als het offensief richting de Afsluitdijk zou worden ingezet. De Canadezen richtten hun aandacht daarom in eerste instantie op deze dorpen. En zo werden zij net als in de meidagen van 1940 opnieuw het toneel van gevechten.
De infanterie van de Queens Own Rifles of Canada zette samen met een aantal tanks van de Sherbrooke Fusiliers op 16 april de aanval in op Wons. De Duitsers lokten hen in een hinderlaag bij Hayum. Als gevolg daarvan kwamen zes militairen van de Queens Own Rifles om het leven. Toch wisten de Queens Own Rifles, gesteund door de Sherman tanks van de Sherbrooke Fusiliers, later op de dag Witmarsum, Hayum en Wons te bevrijden. Door beschietingen vielen in het Wons drie burgerdoden. Net na middernacht trokken de Queens Own Rifles ook Kornwerd binnen. En later die 17e april werden ook Zurich en Pingjum bevrijd. De strijd bij Pingjum was hevig. Door inzet van artillerie was een groot deel van het dorp in puin geschoten. Daarbij lieten zes inwoners het leven.
Nadat de infanterie van het North Shore Regiment Heerenveen en Bolsward was gepasseerd werd het samen met een eenheid van het Machinegun Battalion Cameron Highlanders of Ottawa naar de omgeving Makkum overgebracht. Op 18 april gingen zij samen met tanks van de Sherbrooke Fusiliers in de aanval. De Canadese artillerie beschoot Duitse posities en enkele wegversperringen. Aan het begin van de avond was Makkum als één van de laatste dorpen in Friesland bevrijd. Zeven inwoners van het dorp kwamen bij de gevechten om het leven waaronder drie evacués. Net als elders in Friesland werden de Canadezen geholpen door verzetslieden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.). Bij Makkum vielen onder hen meerdere slachtoffers. Op 16 april kwamen Schelte Bruinsma en Simon Sipma om het leven door een aanval op een boerderij waarin Duitsers verschanst zaten. De volgende dag probeerde een andere groep een brug onder Makkum te bezetten. De Duitsers kregen hen echter in de gaten en in het daaropvolgende vuurgevecht sneuvelden Rinnert Anema, Roelof van der Meer en Hendrik Postma.
Nu Makkum, Wons, Zurich, Kornwerd en Pingjum bevrijd waren, maakten de Canadezen zich klaar voor de laatste aanval in Friesland, de aanval op de Kop van de Afsluitdijk.
Op zondag 15 april 1945 – de dag die geldt als de bevrijdingsdag van Friesland – kwam hier in Kiesterzijl door Duits geweervuur Jitze Pieter van Dijk om het leven, toen de eenheid van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) waar hij deel van uit maakte, op een groepje zich terugtrekkende Duitse soldaten stootte.
In afwachting van de komst van de Canadezen, die Leeuwarden al hadden bereikt, wilden leden van de NBS Franeker alvast bezetten, nadat duidelijk was geworden dat de Duitsers de stad zonder strijd te leveren aan het verlaten waren en zich terugtrokken richting Harlingen.
Een groep van enkele tientallen NBS-ers, meest jongemannen uit de buurt, gekleed in blauwe overalls (het bekende NBS-uniform) vertrok aan het begin van de middag op de fiets vanuit Achlum. De bedoeling was om over de Slachtedijk naar de Rijksweg ten westen van Franeker te gaan, om van die kant de stad binnen te trekken. Ze waren bewapend met vanuit Engeland gedropte Enfield geweren, stenguns, handgranaten en een bazooka.
Toen ze net over de brug van Kiesterzijl waren, kwam er vanuit Franeker over de oude Rijksweg nog een verlaat groepje van zo’n twaalf Duitsers aanfietsen. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij de NBS-ers dekking zochten in de berm. Jitze Pieter van Dijk, een 23-jarige boerenzoon uit Hitzum, bukte niet diep genoeg en werd dodelijk getroffen in zijn rug.
De NBS-ers trokken zich daarop terug, om lopend via de zuidelijker gelegen spoorbaan alsnog veilig in de stad te komen. De Duitsers reden door naar Harlingen, met achterlating van enkele slachtoffers. ’s Avonds keerden ze met versterking terug om hun kameraden op te halen. Inwoners van Herbaijum werden daarbij gebruikt als menselijk schild.
Het boerderijtje van Ale Houtsma, dat hierachter stond en waar de NBS-ers hun fietsen hadden achtergelaten werd als represaille in brand gestoken. Op datzelfde moment naderden de eerste Canadese verkenners Franeker al vanuit de richting Leeuwarden.
Na de oorlog is, tegenover het gemeentehuis, een straat naar Jitze Pieter van Dijk genoemd. Van Dijks ouderlijke boerderij in Hitzum was een belangrijke uitvalsbasis van het plaatselijke verzet. In het hooi lagen de gedropte wapens verborgen.