Vegetatio
Appelscha
Het beeld ‘vegetatio’ staat op de rotonde, als welkomsbeeld in Appelscha.
Hier schon mal ein Vorgeschmack
Het beeld ‘vegetatio’ staat op de rotonde, als welkomsbeeld in Appelscha. Het symboliseert de snelgroeiende vegetatie, de woeste heidevelden, omsloten door de bomen. De Bosweg is een eeuwenoude zandweg over de hoge zandgronden, die voor een verbinding zorgde met Dwingeloo en Diever. Mede door de komst van de jeugdherberg “Us Blau Hiem” is de weg in de jaren dertig verhard. Oorspronkelijk was dit gebouw een opvoedkundige instelling voor jongens uit Amsterdam.
De naam Roggeberg heeft vermoedelijk te maken met het verhaal dat in de tachtig jarige oorlog hier rogge verhandeld werd aan de Staatse en Spaanse troepen. Ook is bekend dat boeren van de Boermarke uit Diever mee beslisten over het gebruik van dit gebied. Het bungalow park “De Roggeberg” bevind zich zowel aan de linker als rechter zijde van Bosweg. Het bungalowpark is aangelegd rond 1960. Tot de jaren 1900 behoorde de omgeving van de Roggeberg tot de Harde Sandige Heyde, ook wel Appelsche Veld genoemd, die grensde aan de gemeente Diever en de Smildiger Venen. Via de Schapendrift bracht de schaapherder de schapen van de boeren uit Hoog Appelsche naar dit gebied om te grazen. Verder grensde het gebied aan het heideveld genaamd de “Oude Willem” dat in bezit was van de Boermarke van Diever.
Na ontginning in de jaren 30 kreeg het aangrenzende Appelschaaster gebied dezelfde naam toebedeeld. In dit kale gebied kon men tot aan de WOII heel ver kijken, zelfs tot aan de kerktorens van Dwingeloo aan toe! Het is tegenwoordig nauwelijks meer voor te stellen. Bovengenoemd gebied bestond niet alleen uit heide, maar er bevonden zich heel veel turf putten in de kommen van het glooiend terrein. De leemlaag hieronder, dat in dit gebied overal voorkomt, was de oorzaak dat zich hier in de loop der eeuwen ook hoogveen vormde. Bij verkoop van een perceel heide voor ontginning werd bijna altijd ook een veenput erbij verkocht.
De vennetjes in de staatsbossen zijn allemaal op deze manier ontstaan. Een bekend voorbeeld hiervan is het ‘Apemeer”. Ook de nog steeds herkenbare schapen was dobbe, een paar honderd meter hier vandaan, vertoont nog de duidelijke sporen van turfwinning. Tot voor de grote ontginningen en de ruilverkaveling kwam in dit gebied nog veel wild voor, onder andere: wilde eend, grutto ‘s, wulpen, patrijzen, kievieten en ook veel adders en hagedissen en hazelworm. Zelfs tot de jaren vijftig aan toe is hier nog jacht gemaakt op wilde zwijnen.
Vanaf de jaren twintig heeft Staatsbosbeheer deze woeste heidevelden met naaldbossen beplant. Het hout zou gebruikt moeten worden als stuthout in de Limburgse mijnbouw. De verfrissende bossen bevorderden het toerisme in en rond Appelscha. Ook de tuberculose en astma patiënten van het sanatorium Beatrixoord maakten gebruik van de frisse boslucht.
Een grotere landschapsverandering in dit gebied is nu nauwelijks voor te stellen. De schaapskuddes zijn opgevolgd door de vele toeristen, die hier de keus hebben tussen fraaie wandelingen of fietstochten, door het Drents Friese Wold, met de daarin gelegen zandverstuiving. Een van de grootste en mooiste aaneengesloten natuurgebied van Nederland. Dit mooie beeld dwingt ons even stil te staan op deze plek en verandering waar te nemen.