16 april was het grootste deel van Friesland bevrijd. Maar enkele belangrijke doelen van de Canadezen waren nog niet bereikt. Zij wilden zo snel mogelijk de Friese havens en de Kop van de Afsluitdijk op de Duitsers veroveren. Daarvoor moest nog wel hard worden gevochten. Zowel de havens als de Afsluitdijk werden door Duitse militairen gebruikt om te ontkomen naar Noord-Holland.
Net als elders in Friesland werden de Canadezen geholpen door verzetslieden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.). Bij Makkum vielen onder hen meerdere slachtoffers. Op 16 april kwamen Schelte Bruinsma en Simon Sipma om het leven doordat zij onder vuur werden genomen vanuit een boerderij waarin Duitse militairen verschanst zaten. De volgende dag probeerde een andere groep een brug onder Makkum te bezetten. De Duitsers kregen hen echter in de gaten en in het daaropvolgende vuurgevecht sneuvelden Rinnert Anema, Roelof van der Meer en Hendrik Postma. Makkum werd op 18 april bevrijd, en was daarmee een van de laatst bevrijde dorpen in Friesland.
Het monument aan de Buren in Makkum werd in 1952 onthuld ter herinnering aan de leden van de Binnenlandse Strijdkrachten die bij de bevrijdingsgevechten rond het dorp om het leven kwamen.