Kerk Kollumerzwaag
Kollumerzwaag
Deze dertiende-eeuwse kerk met iets oudere toren is in 1888 van de ondergang gered. ‘Deze kerk (…) verdient in zijn oorspronkelijke karakter hersteld en onderhouden te worden’ schreef peetvader van de monumentenzorg Victor de Stuers.Het...
Sjoch alfêst efkes
Deze dertiende-eeuwse kerk met iets oudere toren is in 1888 van de ondergang gered. ‘Deze kerk (…) verdient in zijn oorspronkelijke karakter hersteld en onderhouden te worden’ schreef peetvader van de monumentenzorg Victor de Stuers.
Het gebouw heeft sporen uit allerlei perioden en heeft vooral een gotisch karakter. Anders is dat bij de vaak herstelde romaanse zadeldaktoren. In de noordmuur zit een hele mooie gotische ingangspartij onder een segmentboog en omvat door baksteensier. Aan de zuidkant hebben ook twee ingangen gezeten, waarvan één nu een venster is.
Onder een hoekig tongewelf met gesjabloneerde ornamenten is de kerk ingetogen ingericht met warmrode banken. Tegen de koorsluiting staat een preekstoel-orgel-combinatie uit respectievelijk circa 1800 en 1904.
Extra informatie:
De kerk is aan het begin van de 13de eeuw gebouwd tegen een iets oudere toren en zij kreeg in de 15de eeuw een nieuw koor met een driezijdige sluiting. Een middeleeuwse kerk op de heide is opmerkelijk. De kerk is in 1888 van de ondergang gered. De peetvader van de monumentenzorg, Victor de Stuers, schreef de betrokken architect Jurjen Bruns vanuit het Boheemse kuuroord Mariënbad in een rapport: ‘Deze kerk […] verdient in zijn oorspronkelijk karakter hersteld en onderhouden te worden, iets wat zonder veel moeite noch kosten kan geschieden.’
Het gebouw vertoont sporen uit allerlei perioden en heeft vooral een gotisch karakter gekregen. Hoewel ook de zadeldaktoren vaak is hersteld en gerestaureerd doet deze toch romaans aan. Hij gaat oversneden op en in de muren staan enkele venstersleuven. Bovenin zitten kleine, rondbogige galmgaten. Het schip is aan beide zijden geopend met spitsboogvensters met vorktraceringen; de voorkerk heeft één (noord) en twee (zuid) smalle spitse vensters. In de noordelijke muur staat een fraaie gotische ingang met een schuifdeur(!) onder een segmentboog in een geprofileerde spitsboognis die in de boogtrommel een beeldnisje heeft. De nis wordt voor het grootste deel omvat door een rechthoekig kader dat aan de zijkanten bestaat uit getordeerd gevormde baksteenstaven en gedekt wordt door een consolevormige lijst van baksteen. Aan de zuidzijde heeft ook een segmentvormige ingang gezeten die half dicht is gemaakt tot een venster en even oostelijker is ook nog een rondbogig spoor te zien van een oudere dichtgemetselde ingang. Het koor heeft aan beide zijden spitsboogvensters tussen onversneden steunberen en een sluiting met een ingang en twee vensters. Eén venster kreeg op eind 19de-eeuwse wijze een decoratieve en kleurige invulling, wat vooral van binnen, achter de preekstoel, is te ervaren.
Onder het hoekige tongewelf (1888) met aardige gesjabloneerde ornamenten is de kerk ingetogen ingericht met warmrood geschilderde banken. Tegen de koorsluiting staat de combinatie van preekstoel (omstreeks 1800) en orgel, in 1904 gebouwd door Bakker & Timmenga.
Gotisch
Eerste helft 13de eeuw, toren 12de eeuw
Protestants
Preekstoel, orgel