Fortuinsteeg
Harlingen
Vernoemd naar de Joodse koopman Jacob Fortuin Barendszoon (circa 1836-1910) De piepkleine Joodse delegatie die rond 1650 in Harlingen neerstrijkt, groeit eind 19de eeuw uit tot 369 zielen. Vooral hier, in en rond de Grote Kerkstraat verdient de Jood...
Sjoch alfêst efkes
Vernoemd naar de Joodse koopman Jacob Fortuin Barendszoon (circa 1836-1910) De piepkleine Joodse delegatie die rond 1650 in Harlingen neerstrijkt, groeit eind 19de eeuw uit tot 369 zielen. Vooral hier, in en rond de Grote Kerkstraat verdient de Joodse gemeenschap haar brood als borstelmaker, slager, groenteboer, huidenhandelaar, juwelier, manufacturier en sigarenmaker. Ook aan weerszijden van deze steeg zijn twee Joodse handelsmannen actief: hoekpand Heiligeweg 30 is eigendom van koopman Jacob Fortuin, naar wie de steeg is genoemd, en op nummer 28 woont Aäron de Vries. De laatste doet in Russische paarden, lompen, oude metalen en konijnen- en mollenvellen. In 1942 worden vader Aäron, moeder Grietje en hun kinderen Klara en Benjamin gedeporteerd en vermoord. Vlakbij de ingang van de steeg herinneren in het trottoir gedenksteentjes (‘stroffelstienen’ in het Harlingers) aan die gebeurtenis.