Panorama Tachtig bunder
Fochteloo
U staat hier aan het einde van het Singelfietspad, de Kleine Singel. Dit fietspad ligt op een “zaan”, een zandrug in het hoogveen. In de bocht van dit fietspad hier even terug, staat een informatiepaneel waar over de wetenschappelijke vondst...
Take a look
U staat hier aan het einde van het Singelfietspad, de Kleine Singel. Dit fietspad ligt op een “zaan”, een zandrug in het hoogveen. In de bocht van dit fietspad hier even terug, staat een informatiepaneel waar over de wetenschappelijke vondsten in 1938 wordt verhaald. Vondsten van bewoning aan het begin van onze jaartelling. De Kleine Singel is aangelegd als verlenging van de Grote Singel, de oorspronkelijke Compagnonslaan. Die laan was ooit de toegang naar het Fochtelooërverlaat.
Compagnons
Een langgerekte strook veengebied achter het erf van de plaatselijke boer werd een uitgang genoemd. De veenuitgangen werden gebruikt voor het steken van plaggen en het winnen van turf voor eigen gebruik. Die delen werden daarna ontgonnen tot hooilanden of voor het telen van boekweit.
Streekadel en andere notabelen van elders kochten almaar meer uitgangen van de boeren, waardoor zij steeds grotere zeggenschap verwierven en tot industriële turfwinning overgingen. Daartoe hadden ze zich verenigd in een soort coöperatie, genaamd De Heeren Compagnons.
Tachtig Bunder
Nog ver vóór de jaartelling en de vestiging van enkele boeren (oerbewoning), leefde in Noord-Europa het nomadische Trechterbekervolk (van de hunebedden en het trechtervormige gerei). Heidevelden werden met hulp van schapenmest ontgonnen voor de teelt van boekweit. Was de vruchtbare groei en bloei van de akker op, dan trok men verder en begon daar opnieuw een stuk heideveld te ontginnen. Het achtergelaten gebied was laag en nat geworden. Er ontstond door de eeuwen heen laagveen en werd nog later, zeker ook door klimaatverandering, hoogveen.
Het gebied dat voor u ligt als u over dit infopaneel kijkt, is een complex van voornamelijk akkerland en wordt de Tachtig Bunder genoemd. Het loopt door tot aan het Fochtelooërveen. Akkerland dat door de “Noordelijke Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën” is aangelegd in de jaren dertig van de 20e eeuw. Ontginning van hoogveen (veengrond vermengen met de onderlaag van keileem en zand), in cultuur gebracht voor de landbouw, zoals eertijds het Trechterbekervolk en de boeren dit ook al deden.