Hoe hou je het water op hoogte in een poldervaart, terwijl de schepen er ook door moeten? Met een schutsluis natuurlijk. Hier zie je het lage waterpeil aan de ene kant, het hoge peil aan de andere kant. Polder en boezem, de aan elkaar verbonden kanalen en meren in Friesland met hetzelfde streefpeil van 0,52 meter onder NAP, komen hier dus bij elkaar.
Bij deze in 2013 aangelegde Anita Andriessensluis kun je goed zien hoe zo'n schutsluis werkt. In dit geval met slechts één druk op de knop. Je vaart de sluis in als de schuiven openen en zorgt dat ze achter je sluiten. Je wacht tot het water op niveau is in de sluis en vaart verder als de deuren voor je openen. Simpel.
De trekvissen die bij Zwarte Haan het binnenwater inzwemmen kunnen hier door de vispassage naar de Friese boezem, net als bij Wier. De sluis van Alde Leie is terug, zou je kunnen zeggen, want vanaf ongeveer 1300 was hier ook al een sluis. Houten restanten en walbeschoeiingen zijn in de jaren zeventig van de twintigste eeuw in de bodem achter het café gevonden, toen er riolering werd aangelegd.
Die sluis was destijds heel belangrijk voor het dorp De Leije, dat aan de oever van een oude zeeslenk van de Middelzee lag. Er werd niet alleen water in zee geloosd, ook schepen konden hier in en uit. En door die zeehaven-functie was het een drukte van jewelste. Er werd dag in dag uit gehandeld in zuivel en vee, turf, hout en bier.
Toen het achterliggende Bildt in 1505 werd ingepolderd, was het gedaan met de economische bloei van het dorp. De sluis werd een binnensluis en De Leije veranderde in Oude Leije. De Leistervaart werd lange tijd nog wel gebruikt, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw kwamen er dammen en werd het stil op het water. Met de komst van de nieuwe sluis, onderdeel van het bevaarbaar maken van de Noordelijke Elfstedenvaarroute, varen hier weer bootjes door het dorp, zoals dat eeuwenlang gebeurde.
Ingesproken door: Fotograaf Linette Raven ontwikkelt het liefst grote series met monumentale portretten van mensen uit een bepaalde omgeving/beroep. Haar contact met Joop Mulder dateert al van 2001, toen ze samen met hem voor Oerol 2002 t/m 2007 het project 'Fan twae kanten’ ontwikkelde en presenteerde. Er volgende nog vele projecten.
“Joop was een vanzelfsprekende aanwezigheid in mijn leven, hij was er gewoon.. zoals het hoort. Hij bood mij ruimte en zijn vertrouwen. Samen in de auto touren door het landschap van Terschelling of Friesland en maar ideeën spuien, een uitsmijter en weer door. Het was een unieke ervaring, met Joop als creatief pionier mee te mogen reizen. Zijn gunfactor, zijn creatieve geest en zijn blauwe twinkelogen altijd aan. Bij het elkaar weer zien, het ’hi meissie’. Later bleek niet alleen bij mij, zo mooi, allemaal dezelfde warme begroeting plus zachte-snor omhelzing.
Dat was Joop. Voor nu vanzelfsprekend en vaak aanwezig in mijn gedachte.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
In het najaar van 1944 beginnen de wapendroppings. Tot aan de bevrijding is er in de provincie Friesland een vijfentwintigtal van geweest. De wapens moeten uit handen van de bezetters blijven en worden daarom goed verborgen, vaak bij boeren. De boerderij van Johannes van Dijk in Hitzum is het voornaamste wapendepot van district VII van het gewest Friesland van de NBS, de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. In de boerderij van Willem Postma onder Achlum krijgen de illegale werkers wapenonderricht van een speciale instructeur, die mee is gedropt. Alles geschiedt natuurlijk met de grootste behoedzaamheid, maar toch kruipen de NBS’ers twee keer door het oog van de naald.
Boer Van Dijk is fel anti-Duitse bezetter. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn boerderij een toevlucht wordt voor onderduikers en verzetsmensen. Twee van zijn zoons zijn lid van de NBS, de in het najaar van 1944 uit de verschillende geledingen van het verzet gevormde paramilitaire verzetsorganisatie. De gedropte wapens worden bij hem gebruiksklaar gemaakt en vervolgens diep onder het hooi in de schuur weggestopt.
Ook weigert Van Dijk mee te werken aan de verplichte leveringen van vee, melk en hooi aan de Wehrmacht. Als reactie gaan Duitse militairen over tot inbeslagname van zijn hooi. Onder toeziend oog van Sonderführer August Geese van de Abteilung Ernährung und Landwirtschaft, onderdeel van de Wehrmacht, geassisteerd door zijn fanatieke Nederlandse tolk Grietje Sinnema, wordt het hooi uit de schuur gehaald. Ieder moment kunnen de wapens bloot komen te liggen, maar net op tijd vindt Geese het genoeg. Leden van het verzet, die met een pistool in de zak de boel in de gaten hielden, hoeven niet in actie te komen. Een drama is afgewend. Toch zal de oorlog voor de familie Van Dijk dramatisch eindigen: hun zoon Jitze Pieter sneuvelt bij een vuurgevecht tussen NBS’ers en terugtrekkende Duitse militairen op de dag dat Hitzum wordt bevrijd.
Om met de wapens te kunnen omgaan krijgen de verzetsmensen instructies van commando’s, die eveneens zijn gedropt. Dat gebeurt onder andere op de boerderij van Willem Postma, gelegen aan een doodlopende weg, midden in de weilanden tussen Hitzum en Achlum. Op een middag aan het einde van oktober 1944 komen dertig mannen daar in het geheim samen in de schuur om van instructeur Groenewoud te leren omgaan met stenguns, bazooka’s, handgranaten. Ze zijn volop bezig als er een motorpatrouille van de Grüne Polizei nadert. De paniek slaat toe onder de mannen, maar Groenewoud houdt het hoofd koel, duwt ze een wapen in de hand en laat ze een positie innemen. De Grünen rijden echter door, maar komen even later weer terug als ze ontdekken dat de weg doodloopt. Opnieuw rijden ze de boerderij voorbij, kennelijk zijn ze verdwaald. Het loopt goed af.