Het is bijna niet voor te stellen dat de zee deze dijk kan verslaan. Toch was er in de laatste veertig jaar een keer of acht serieuze dijkbewaking nodig. Rinus en Sander Dorst van Zeedefensie zijn dan ook altijd voorbereid. Hier in de werkplaats hangen de zaklampen aan de muur, de portofoons staan aan de lader en ligt het draaiboek op tafel. Voor het geval dát.
Vader en zoon Dorst liggen er niet wakker van, ze weten namelijk precies hoe de dijk erbij ligt. Elke week inspecteren ze de 25 kilometer dijk tussen Harlingen en Nieuwebildtzijl. En elke dag zijn ze hier sowieso te vinden, voor onderhoud en beheer. Zo gooien ze bijvoorbeeld kuilen dicht die door honden zijn gegraven en vangen ze ongeveer 150 mollen per jaar in hun klemmen.
Is dat nou echt nodig? Ja, want gangen, gaten en kuilen kunnen de dijk behoorlijk verzwakken. Ook is de grasmat superbelangrijk om de bovenlaag sterk te houden, hiervoor wordt een mengsel van zes soorten diepwortelend gras gebruikt. Als 80% van een vierkante meter grasmat ook daadwerkelijk uit grassprietjes bestaat, zijn de mannen dik tevreden.
Het gras wordt onderhouden door de schapen die je tussen april en oktober op de dijk ziet grazen. Met hun 'gouden voetjes' trappen ze de grond precies genoeg in en zorgen ze zo voor de ideale stevigheid. Vroeger graasden er ook wel koeien, maar hun hoeven deden meer kwaad dan goed.
De droogte van de laatste zomers baart wel eens zorgen. Schapen hebben soms nauwelijks genoeg te eten en enkele dijkvakken moesten opnieuw ingezaaid worden. Ook zette het waterschap voor het eerst een egger in, een machine die onkruid uit het gras haalt.
Andere soorten grassen en kruiden op de dijk zouden trouwens best een idee zijn, maar of dat veilig is? De proefvakken die je onderweg zag, laten vooralsnog zien dat de combinatie van schapen en gras het beste is voor de stevigheid van de dijk.
Aan de 'achterkant' van de dijk vind je geen gras maar asfalt, met daaronder steen en zand. In de jaren negentig bleek het asfalt zo zwak dat uit voorzorg breuksteen en grond bij de werkplaats is neergelegd. Je weet immers maar nooit. Intussen wordt er ook een proef gedaan met innovatieve asfaltbekleding.
Ingesproken door: De van oorsprong Friese Esther Kokmeijer is kunstenares, ontdekker, designer and fotograaf. Ze woont tegenwoordig in Rotterdam, maar werkt overal ter wereld.
Esther werkt met Joop Mulder aan een serie projecten waarmee ze met korenbloemen verhalen over water zichtbaar wil maken. Een zee van bloemen, een terp omringd door water, een dijkdoorbraak en Holwerd aan zee, zichtbaar gemaakt met miljoenen bloeiende Korenbloemen. “Inspirerend hoe Joop zo begaan was met het prachtig Waddengebied. Hoe hij verhalen over dit bijzondere landschap tot leven wist te brengen en zich inzette om intieme ontmoetingen te creëren met dit landschap.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Sint Jacobiparochie
Monument Scharsterbrug
Monument Scharsterbrug
Het dorp Scharsterbrug en de brug over de Scharster-Rijn waren belangrijk voor de Duitse verdedigers. Beide lagen op de weg naar Lemmer waar honderden Duitse militairen per schip hoopten te kunnen ontkomen naar Noord-Holland. In korte tijd werd er tweemaal gevochten in Scharsterbrug.
Op 9 april probeerden 13 mannen van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.) van Doniawerstal de brug in Scharsterbrug te veroveren op een tiental Duitse bewakers. De Duitsers werden overmeesterd waarbij één van hen werd neergeschoten. De N.B.S. dacht hij gedood was, maar dat bleek anders te zijn toen uitgerekend hij er in slaagde om een andere groep Duitsers te waarschuwen.
Deze groep bevond zich op een nabijgelegen patrouilleboot. Met de zware wapens van deze boot openden de Duitsers vervolgens het vuur. De N.B.S.’ers zagen daardoor geen kans meer om de brug definitief te veroveren en trokken zich terug. Door het Duitse vuur vielen in het dorp verschillende slachtoffers. Waaronder één dode. In de dagen daarna was het dorp toneel van colonnes Duitse soldaten die zich richting Lemmer terugtrokken met als doel om van daaruit de oversteek naar Noord-Holland te maken. Scharsterbrug was voor de Duitsers in deze dagen dus erg belangrijk.Op 15 april waren de Canadezen zo dichtbij dat de Duitsers besloten om de brug op te blazen. Maar zij trokken zich daarna niet terug. De Scharster-Rijn was één van de laatste belangrijke hindernissen op weg naar Lemmer. En in Lemmer bevonden zich nog enkele honderden Duitsers die naar Noord-Holland wilden. Het dorp moest dus verdedigd worden.
De eerste confrontatie met de Canadezen vond al die dag plaats.
Joure was zonder slag of stoot bevrijd. In een poging om een zuidelijke route naar Sneek te vinden stuitten 7th Reconnaissance Regiment Duke of York’s Royal Canadian Hussars op de opgeblazen brug in Scharsterbrug. De Duitsers namen de Canadezen onder vuur. De Canadezen maakten echter korte metten met de Duitsers aan hun kant van het water en trokken zich daarna terug.
De resterende Duitsers verschansten zich in de Hollandia zuivelfabriek, enkele huizen en boerderijen en in schuttersputjes langs de weg. Hier hadden ze een goed uitzicht op de weg naar Joure. Het lokale verzet speelde een belangrijke rol bij het verkennen van de Duitse posities. Hierbij kwam één van hen, Richard Jung, om het leven.
Nadat was vastgesteld dat de Duitsers zich ook in de Hollandia fabriek bevonden, openden de Canadezen op 16 april het vuur met mortieren en geschut. De rest van de dag werd er over en weer geschoten. Twee voertuigen van de Cameron Highlanders of Ottawa werden geraakt door een stuk luchtafweergeschut. Daarbij raakten vier Canadezen gewond. Daarna maakte een aanval van het Régiment de la Chaudière een einde aan de Duitse tegenstand in Scharsterbrug. Hierbij sneuvelde Lance Corporal Lucien Potvin.
Na de strijd was er geen sprake van een feeststemming in het dorp. De aanblik op Scharsterbrug na de gevechten was vreselijk. De destijds zesjarige Otto Haitsma herinnerde zich: ‘kapot geschoten huizen, smeulende resten van stallen en boerderijen, zwartgeblakerde opgezwollen dode koeien en paarden met opengesperde ogen en vlakbij de melkfabriek een hoop lichamen zonder armen of benen en weggeschoten hoofden in bloed doordrenkte flarden van uniformen’.
De bevrijding van Scharsterbrug opende de weg naar Lemmer. De Canadese engineers bouwden op 17 april een Bailey brug naast de verwoeste brug. Lemmer kon dezelfde dag worden bevrijd.