Ga naar inhoud

Historisch Hotel Hurdegaryp

Hurdegaryp

Een van de vele locaties met een historisch verhaal in Hurdegaryp

Sjoch alfêst efkes

Op 29 november 1838 kopen Pieter Jans Wadman en zijn vrouw Antje Ybeles Huizinga enkele stukken grond waar nu ongeveer de huidige wegen Rijksstraatweg, Stationsweg en Burg. Drijberweg elkaar kruisen. In 1839 laten ze op die grond een omvangrijke herberg van 14 bij 14 meter bouwen, waar in 1845 een losstaande schuur wordt bijgebouwd.

Op 28 januari 1858 wordt de herberg verkocht aan Halbe Lieuwes Halbesma en Henri baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg. Halbesma was boer op de boerderij waar nu de familie Wijmenga aan de Rijksstraatweg 92 woont. De baron woonde op het perceel waar nu de oude Rabobank aan de Rijksstraatweg 40 al jaren leegstaat. De herberg wordt in die tijd beschreven als: "Eene huizinge en herberg, met stalling en doorreed, schuur en erf, tuinen met koepel en tent." Hein Jelles Sixma zal toentertijd waarschijnlijk de kastelein zijn geweest.

In 1867 komt er weer verandering in de eigendomssituatie. Cornelis Halbesma, zoon van de eerdergenoemde Halbe, verkoopt zijn helft aan Pieter Jans de Jong en zijn vrouw. De baron blijft eigenaar van de andere helft. De nieuwe koper wordt "logementhouder". In 1870 koopt De Jong de andere helft van de baron. De Jong overlijdt in 1893 en op 21 augustus van dat jaar worden Hendrik Bosma en zijn vrouw uit Easterein de nieuwe eigenaren. De herberg krijgt de naam Hotel Bosma. Bosma komt echter al in 1899 te overlijden. Het hotel gaat dan verder onder de naam Hotel Wed. Bosma. De weduwe heeft het hotel niet lang in haar bezit gehouden want kort na 1900 stond er op de gevel H.N. Fleur v/h Bosma.

Er is niet veel bekend wat er van 1900 tot 1906 met het hotel gebeurde. Maar in 1906 ontvangt T.P. Klopma een vergunning van de gemeente om een veranda aan het hotel te bouwen. Omstreeks 1915 is Johannes Siderius de baas in het hotel, samen met zijn schoonzoon Petrus A. Noordenbos. In mei 1921 verhuist Siderius naar Leeuwarden en wordt daar hôtelier van het destijds befaamde hotel De Groene Weide.

In datzelfde jaar wordt Joost Braam de nieuwe eigenaar. Hij laat in grote letters op de dakgoot de naam Hotel Braam v/h Bosma schilderen.

Hoewel Hotel Braam, volgens een van de eerste advertenties in de Leeuwarder Courant al in 1921 bestond, werd het eerst op 2 juli 1923 in het handelsregister ingeschreven en op 7 februari 1958 weer uitgeschreven.

Braam laat het hotel aan de westzijde verbouwen. Kerstmis 1926 brandt de bijgebouwde schuur finaal af. Er werd een nieuwe zuidgevel gebouwd en aan een doorreed was geen behoefte meer. Op de dakkapel kwam de nieuwe naam Hotel Braam te staan.

Als dorpsjeugd kropen wij regelmatig onder de omheining van de speeltuin door en maakten op die wijze gratis gebruik van o.a. de grote hoge glijbaan, de zweefmolen en niet te vergeten de 'beroemde' kettingbrug die in een grote betonnen bak met water hing.

Braam werd in 1946 opgevolgd door zijn schoonzoon Frans Barens. Die had de leiding tot 1956. Braam woonde tot 1965 op dezelfde plek waar eerder genoemde baron Henri aan de Rijksstraatweg 40 woonde.

Het hotel heeft in de beginjaren vijftig van de vorige eeuw een periode als opvangcentrum gediend voor repatrianten uit Nederlands-Indië. Ze moesten dat land op last van Soekarno verlaten. Zo voer op 27 maart 1951 het 'emigrantenschip' M.S. Sibajak vanuit Djakarta naar Rotterdam. Daar kwam het op 21 april 1951 aan. Volgens de passagierslijst waren er 687 'emigranten' aan boord. Die 'emigranten' werden in verschillende hotels en pensions in ons land ondergebracht. Zo kregen 4 gezinnen, bestaande uit totaal 24 personen, tijdelijk onderdak in Hotel Braam.

Verder heeft het hotel ook jarenlang als een soort gemeenschapscentrum gediend. In de grote bovenzaal hielden notaris Gorter en zijn voorgangers hun verkopingen. De plaatselijke verenigingen hielden er ook hun vergaderingen. Maar ook de jaarlijkse uitvoeringen van het zangkoor UDI, het muziekkorps Euphonia, de toneelvereniging Tesselschade en de gymnastiekvereniging HSV werden daar gehouden. De dorpsjeugd mocht de generale repetities gratis bijwonen. De achterzaal, die aan de voormalige speeltuin grensde, diende als gymnastiekzaal. Veel Hurdegaripers hebben daar onder leiding van mijnheer Van der Werf uit Leeuwarden geoefend.

In 1957 wordt het hotel verkocht aan Adrianus van der Valk uit Voorschoten. Hij laat het verbouwen en alle buitenmuren worden wit gestuukt. Het hotel kreeg toen de naam Hotel Hardegarijp. In 1964 gaat het hotel over naar de N.V. Van der Valk. De laatste uitbreiding heeft in de jaren tachtig van de vorige eeuw plaatsgevonden. Toen is er een gebouw met een aantal hotelkamers bijgebouwd. Het Van der Valk-concern is tot op heden nog altijd eigenaar van het hotel.

De bovenzaal van het hotel werd begin jaren zestig gesloten. Daardoor was er, voordat De Schalmei op 19 juni 1968 werd geopend, helemaal geen zaalaccommodatie meer in Hurdegaryp. Er werd toen uitgeweken naar de zaal van De Viersprong in Gytsjerk. Ter gelegenheid van eerdergenoemde uitvoeringen van de verschillende verenigingen reed er dan een speciale bus van Hurdegaryp naar Gytsjerk.

Het hotel is in zijn lange bestaansgeschiedenis vele malen verbouwd. De directe omgeving ervan is ook erg veranderd. In vergelijking met de foto die helemaal bovenaan dit verhaal staat heeft alles een ware metamorfose ondergaan. Mijn vader was huisschilder. Begin jaren zestig deed hij in zijn vrije tijd regelmatig een schilderklusje in het hotel. Dat stond toen onder leiding van de familie Wohrmann. In die tijd heeft hij waarschijnlijk ook de Friese gezegden, die aan de linkerkant in het restaurant op de plafondbalken zijn geschilderd bijgewerkt. In 2007 zijn die door de familie Ponticorvo herontdekt tussen de twee plafonds en zijn vanaf die tijd weer zichtbaar gemaakt voor de hotelgasten.

Ofstân nei jo lokaasje:

Hjir fine jo Historisch Hotel Hurdegaryp

Rijksstraatweg 36
9254 DJ Hurdegaryp
Plan dyn rûte

fanôf dyn lokaasje

Toan risseltaten