Sint-Nicolaaskerk Dearsum
Dearsum
Op een terp, midden in het compacte dorpsweefsel, staat de Nicolaaskerk, opgetrokken van gemêleerd rode baksteen.
Sjoch alfêst efkes
De koorsluiting van de kerk is halfrond, maar is in de gotische tijd vijfzijdig verhoogd. In de zestiende eeuw is de kerk vooral aan de zuidzijde vernieuwd. Daar kwamen vier grote vensters; één met een rondboog, de andere spitsbogig. De toren (ietwat slank in zijn soort) heeft een zadeldak tussen topgevels met pinakels.
Het interieur wordt gedekt door een ongeschilderd tongewelf. In de muur van het koor wijst een diepe spitsboognis op een voormalige piscina. De preekstoel is eenvoudig maar mooi. Rijker van vorm is het orgel uit 1875.
Extra informatie:
De Nicolaaskerk staat midden in het compacte dorpsweefsel en vormt met haar door hagen omzoomde kerkhof een fraaie ruimte op een niet al te hoge terp. De van gemêleerd rode baksteen gebouwde kerk vertoont enige romaanse trekken en zal omstreeks 1200 zijn gebouwd. De koorsluiting is halfrond, al is deze in de gotische tijd vijfzijdig verhoogd. Bovendien staan ten noorden van de toren een venstertje in rondboogvorm in de westgevel en in de noordmuur van het schip nogmaals een venster van dit model. In deze noordmuur is ook een dichtgemetselde ingang uit de gotische periode te zien; een korfbogig gesloten poort in een spitsbogige nis die uit de 15de eeuw dateert. In de 16de eeuw is de kerk vooral aan de zuidzijde vernieuwd. Daar kwamen vier grote vensters, één met een rondboog, de andere spitsbogig. Boven de rondbogige ingang zit een spoor van een rondboogvenster in het muurwerk. Aan de zuidzijde van het koor is toen ook een spitsboogvenster aangebracht. Al deze vensters kregen stenen traceringen. De slanke, ongelede toren is aan elke zijde voorzien van twee rondbogige galmgaten. Hij heeft een zadeldak tussen topgevels met pinakels.
Het interieur is gedekt door een ongeschilderd houten tongewelf met trekbalken, sleutelstukken met kraalmotief en schoren op muurstijlen die beneden, bij de borstwering, overgaan in stenen pilasters. Bij het orgel is de trekbalk verwijderd, maar de schoren met sleutelstukken steken de ruimte nog in. In de ronde koorsluiting zit aan de zuidzijde een diepe spitsboognis die als piscina in gebruik is geweest. De eenvoudige preekstoel met klankbord in de koorsluiting is 19deeeuws. De zeszijdige kuip heeft rondbogige panelen met sierwerk in de zwikken en een rugschot met vrij grove wangstukken. Het orgel is rijker van vorm. Het instrument is in 1875 gebouwd door de Gebroeders Adema. Het is in 1916 en opnieuw in 1989 gerestaureerd door de firma Bakker & Timmenga uit Leeuwarden. De kas met midden- en zijtorens is versierd met sierwerk, wang- en kuifstukken.
Romaans
Omstreeks 1200, toren 13de eeuw
Protestants
Preekstoel, orgel