Voormalige directeurswoning vlasfabriek Mûnein
Hurdegaryp
Een van de vele plekken in Hurdegaryp met een historisch verhaal
Sjoch alfêst efkes
Het huis wordt in 1913 gebouwd door Boate de Jong uit Oentsjerk in opdracht van de N.V. Friesche Maatschappij van Vlasindustrie, die in 1898 een vlasfabriek had geopend in Mûnein. Directeur J.J. Westra en zijn gezin werden de eerste bewoners van het huis. Westra woont er van 1913 tot zijn dood in 1955. Zijn rechterhand, onderdirecteur F. Wols, woont met zijn gezin van 1946 tot juli 1957 ook in het huis.
Het huis wordt in die tijd in de volksmond ook wel Het klein kasteeltje genoemd. Het is o zo dikdoenerig gebouwd in een stijl verwant aan de Jugendstil. Westra zijn broer Bertus, meester-schilder uit Stiens, schildert het en is er bijna anderhalf jaar mee bezig geweest.
Later komt het onderhoud in handen van Japik Kooistra, schilder aan de Stationsweg 10 in Hurdegaryp. De deuren bestaan uit smalle panelen met roze-achtig glas erboven. Verder bruine verf op de deuren met gedecoreerde goudkrullen rondom de deuren. Het houtsnijwerk geeft een rustige aanblik en er zijn wel 4 of 5 kleuren op de deuren en plafonds geschilderd. In de hoeken van de plafonds ziet men nog druiventrossen (nagemaakte entourage) en de gang is ook een en al pracht en praal met sierlijke krullen op deuren, muren en plafonds. In 1920 is er een serre aangebouwd met schuifdeuren naar de tuin.
Ter bestrijding van de werkeloosheid sticht de vrijgezelle baron Theodorus Marius Theresius van Welderen baron Rengers 1), verder te noemen baron Rengers, in 1898 een vlasfabriek te Mûnein. Baron Rengers blijft ongehuwd en woont op Heemstra State onder Oentsjerk. Hij leeft van 1867 tot 1945.
Baron Rengers leest het in 1893 verschenen rapport van de Kollumer notaris Andreae over de grote teruggang van de vlasindustrie van de afgelopen vijftien jaar. In 1887 wordt 95% van de vlasproductie van ons land voor verdere verwerking uitgevoerd naar België. De 5% die resteert wordt gebuikt in het kader van werkverschaffing. Het is slecht voor de gezondheid van de arbeiders en betaalt weinig.
Na een gedegen studie over de vlasteelt en alles wat met de verwerking van het gewas te maken heeft, laat baron Rengers zich persoonlijk voorlichten in België. Hij reist samen met J.J. Westra naar een vlasfabriek in Neerpelt.
Met een startkapitaal van 100.000 gulden, uitgegeven in aandelen van 250 gulden, wordt begonnen. De N.V. Friesche Maatschappij van Vlasindustrie wordt opgericht en start op 24 november 1898 met de vlasfabriek in Mûnein. Zo wordt de werkeloosheid ook bestreden. Aan de werkomstandigheden van de arbeiders is ook terdege aandacht besteed. J.J. Westra wordt aangesteld als directeur.
Tot 1907 gaat het met ups en downs en kost het baron Rengers handenvol geld. Hij wil de fabriek echter niet sluiten omdat hij zijn verplichtingen tegenover personeel en aandeelhouders wil nakomen.
Sinds die tijd gaat het beter en wordt op de Burgerheide (Zwartkruis onder Noardburgum) in 1911 een tweede vlasfabriek gesticht. Yn de jaren vijftig werken er nog ongeveer 60 personen maar deze fabriek wordt in 1956 gesloten. Het fabrieksterrein aan de Kûkhernster Feart wordt tegenwoordig gedeeltelijk gebruikt als jachthaven en als werf voor plezierjachten.
Toen de tijden slechter werden, kreeg Westra de helft van het aandelenpakket met als voorwaarde dat hij de fabriek in Mûnein draaiende moet houden. In 1942 zoekt Westra een opvolger en dat wordt de heer Frits Wols uit Rotterdam. Wols wordt door baron Rengers goedgekeurd en hij wordt de rechterhand (onderdirecteur) van Westra.
Westra is een man van aanzien, maar iedereen weet dat hij wat heult met de Duitsers. Hij is echter erg ingenomen met z'n Mûneinsters en Noardburgumers. Westra wordt door de Nederlanders beschuldigd dat hij Duitsgezind is (NSB'er) en komt in een strafkamp. Daar verblijft hij anderhalf jaar en krijgt een boete. In de Tweede Wereldoorlog moeten gezinnen worden ingekwartierd. Zo ook aan de Rijksstraatweg 22. In eerste instantie twee gezinnen, later maar één.
Als baron Rengers in 1945 overlijdt ontvangt Westra de rest van de aandelen. Wols trouwt in 1945 en trekt bij de familie Westra in. Westra sterft in 1955.
Met de vlasindustrie gaat het bergafwaarts.
De Russen maken de industrie kapot. Vlas van 13 en een halve gulden per kilo zakt naar 50 cent per kilo. Men kan het hoofd niet meer boven water houden en de vlasfabriek in Mûnein en het huis in Hurdegaryp moeten worden verkocht. Wols, die na het overlijden van Westra in het huis kan blijven wonen, moet ook al snel andere huisvesting zoeken en verhuist naar Rotterdam. In mevrouw Wols haar familie bestaat een farmaceutisch bedrijfje in Uden. Wols maakt er een bloeiend bedrijf van met zo'n 60 man personeel. In het bedrijf worden infusies, injectienaalden enz. gemaakt. Al met al heeft de familie Wols 12 jaar aan de Rijksstraatweg 22 gewoond.
Door de slechte vlasprijs wordt de fabriek in Mûnein aanvankelijk in 1957 gesloten. Maar in 1958 toch weer geopend na de overname door de gebroeders E. en P. Huisman die een vlasbedrijf in 's Gravendeel exploiteren. E. Huisman wordt directeur en vestigt zich aan de Rijksstraatweg 21 in Hurdegaryp. Door de concurrentie van goedkoop Russisch vlas sluit de fabriek op 24 april 1967 toch definitief en wordt verkocht aan Export Slagerij G.S. Dijkstra in Murmerwoude (op 1 januari 1971 met Akkerwoude en Dantumawoude samengevoegd tot Damwâld) die er een varkens- en kalvermesterij in wil vestigen.
In 1989 wordt een gedeelte van de eerdere fabrieksgebouwen tot woonruimte verbouwd. Daarbij is getracht de originele bouwstijl zoveel mogelijk te behouden. De fabrieksschoorsteen staat nog fier overeind en is nog steeds van verre te zien. Sinds 2009 is in dit unieke pand een Thomashuis gevestigd. In de eerdere fabriekshal zijn negen royale zit/slaapkamers gecreëerd die de cliënten naar eigen inzicht kunnen inrichten.
Op 4 januari 1957 wordt het huis aan de Rijksstraatweg 22 voor 27.500 gulden verkocht aan de familie Moojen. Henricus Moojen is vertegenwoordiger van Vermeulen Bouwmaterialen in Leeuwarden. Dit gezin, man, vrouw en vijf kinderen, heeft helaas heel wat van de oorspronkelijke staat van het huis in negatieve zin gewijzigd.
In 1985 is het huis aangekocht door de familie Abe en Froukje Hijma. Waar tegenwoordig de keuken zit, was vroeger een kantoor met er tussenin schuifdeuren. Op het kantoor was een meisje voor de administratie. Later wordt in het schuurtje een kantoor gemaakt. Enige tijd geleden heeft Abe daar de wc nog uitgehaald. De slaapkamer naast het schuurtje is er destijds ook bijgebouwd omdat het huis te klein werd voor het aantal kinderen en de dienstmeisjes.
De Hijma's hebben de laatste jaren veel werk verzet om, met 'oude bouwmaterialen', het huis weer zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat terug te brengen.
Hjir fine jo Voormalige directeurswoning vlasfabriek Mûnein
Rijksstraatweg 229254 DJ Hurdegaryp Plan dyn rûte
fanôf dyn lokaasje