Heiligeweg 28a
Harlingen
In de dertiger jaren verhuizen Aäron en Grietje de Vries naar Heiligeweg 28a: een garage met bovenwoning. Grietje mag graag koken en bakken en heeft planken vol weckflessen met allerlei geconserveerde groenten en vruchten.
Sjoch alfêst efkes
Van 'butterkoek' en dooie mollen
In de dertiger jaren verhuizen Aäron en Grietje de Vries naar Heiligeweg 28a: een garage met bovenwoning. Grietje mag graag koken en bakken en heeft planken vol weckflessen met allerlei geconserveerde groenten en vruchten. Op ‘sjabbes’-avonden deelt ze vaak zelfgebakken ‘butterkoek’ uit. Vader Aäron draagt onder zijn zwarte schipperspet een grote witte snor met gele punten. Op sabbath en Joodse feestdagen gaat hij in traditionele gebedskledij naar de synagoge.
Zoon Bennie is een knappe verschijning, die kennis krijgt aan de christelijke Annie. ‘Twee geloven op één kussen, daar komt de duivel tussen’, klaagt Annies moeder. Maar Bennie reageert ad rem: ‘Dan kruip ik Annie zo dicht an, dat de duivel er niet tussen kan!’ Uiteindelijk blijft Benjamin echter ongetrouwd, net als zijn zus Klara. Van de vijf kinderen blijven zij tweeën bij hun ouders wonen.
Vader De Vries handelt eerst in paarden, voornamelijk Russische Keddes en Shetlandse pony’s. Hij loopt er vrijdags mee naar de markt in Leeuwarden: 25 kilometer heen en ’s middags hetzelfde stuk terug. Later handelt hij ook in lompen en oude metalen. Daarnaast zijn beenderen een bron van inkomsten. Vader haalt ze op bij slagerijen, om knopen van te maken. Ook betaalt vader drie tot vijf cent voor dooie mollen. Hij spijkert de velletjes achter het huis op plankjes, om later gebruikt te worden voor bontjassen. Met katten-, hazen- en konijnenvellen doet hij hetzelfde – echt aangenaam ruikt het niet!
Als eerste van het gezin wordt Benjamin 30 september 1942 in Auschwitz vermoord. Zijn ouders Aäron en Grietje volgen op 23 november en Klara op 20 maart 1943 in Sobibor.