Hoogstraat 15
Harlingen
Bij het uitbreken van de oorlog woont de ongetrouwde Racheltje Pais (49) bij haar bejaarde ouders in huis. Ze werkt als commies (ambtenaar) op de secretarie van de gemeente Franekeradeel.
Sjoch alfêst efkes
Benjamin, Jantje en Racheltje Pais
Bij het uitbreken van de oorlog woont de ongetrouwde Racheltje Pais (49) bij haar bejaarde ouders in huis. Ze werkt als commies (ambtenaar) op de secretarie van de gemeente Franekeradeel. Maar eind 1940 wordt ze uit haar functie ontheven en per 1 maart 1941 officieel ontslagen.
Haar vader Benjamin Raphaël Pais is het oudste lid van de Joodse gemeente in Harlingen. In de synagoge staat men stil bij zijn 80ste verjaardag. Het Joodsche Weekblad van 4 juli 1941 meldt: ‘Onder groote belangstelling vierde Zondag j.l. de heer B.R. Pais zijn 80-sten verjaardag. De Voorzitter van het Kerkbestuur en de Leeraar der Gemeente spraken de heer Pais, die trots zijn hoogen leeftijd één van de trouwste sjoelbezoekers is, op hartelijke wijze toe.’
Een stadgenoot die van een vergadering van de voetbalclub komt is er toevallig getuige van dat Racheltje en haar ouders op transport naar Westerbork worden gezet: ‘Er was iets gebeurd in de Hoogstraat. De politie kwam die twee oude Joodse mensen ophalen, die woonden tegenover de hoedenwinkel. Ik bleef staan in de portiek van die winkel en me zelf nog meer kwaad te maken tegen onze eigen politie met de inspecteur. Die oude mensen werden weggehaald.’
Vanuit Westerbork stuurt Racheltje nog een briefkaart naar de buren in de Hoogstraat: ’’t Was Woensdagavond heel naar voor de ouderen en Donderdag een nare reis en een zéér vermoeiende dag. We houden de moed er in en blijven vol vertrouwen. Tot ziens hopen we.’ Op de rand staat geschreven: ‘We treffen hier veel familie’.