Ga naar inhoud

Zuivelfabriek De Landman

Appelscha

Van turf naar boter De toepassing op grotere schaal van kunstmest in de loop van de 19e eeuw werd mogelijk via de nieuwe vaarwegen. Het bracht de omzetting naar bruikbare landbouwgrond en graslanden in een stroomversn...

Sjoch alfêst efkes

Van turf naar boter

De toepassing op grotere schaal van kunstmest in de loop van de 19e eeuw werd mogelijk via de nieuwe vaarwegen. Het bracht de omzetting naar bruikbare landbouwgrond en graslanden in een stroomversnelling. De gemengde bedrijfsvoering schoof geleidelijk naar meer vee en minder akker. De boeren karnden zelf hun boter thuis en vermarktten die. In de middenjaren van dezelfde eeuw kende de boterproductie gloriejaren, naar Deens voorbeeld verbeterd door centrifuge. De export naar vooral Engeland betekende gouden jaren voor de zuivelboeren. Dat was aan de rijkere uitvoering en versiering van en aan de (kerk)klederdracht rond 1850 duidelijk af te lezen.

De Zorgvliedse landheer mr. Verwer zette, geïnspireerd door de Maatschappij van Weldadigheid, een samenwerking op voor het leveren van melk aan centrale verwerkingsfabieken in Steggerda, Elsloo en Oosterwolde (1887). De deelnemende boeren vonden niet lang daarna dat de zeggenschap én de melkprijs achterbleven bij de verwachting. Zij besloten in kleinere kring zélf melkfabriekjes te stichten. Zo ontstonden in wel vijftien Stellingwerfse dorpen kleine eenvoudige handkrachtfabriekjes. Zo ook in Fochteloo (nabij object. 60) en hier in Appelscha. Echter, dit was economisch geen lang leven beschoren zodat voor beide begin 20e eeuw een fusie met de coöperatieve zuivelfabriek in Oosterwolde volgde.

De Landman

In 1892 waren H. Stoker, M. Boukema en K.K. Jongsma de voortrekkers van het stichten van de Vereniging Coöperatieve Handelskracht-Zuivelfabriek “De Landman”. De weg werd geëffend voor de kleine gemengde bedrijfjes van de turfboeren om over te stappen naar de eigen coöperatie. In 1908 fuseerde deze fabriek in Appelscha met de fabriek in Oosterwolde en kwam er een einde aan De Landman.

In 1915 heeft koopman/molenaar Pieter J. Mulder (zie ook object 10) een vergunning aangevraagd om de boterfabriek te mogen verbouwen tot woonhuis. Uitvoerder van de werkzaamheden was dhr. J.G.Koopmans uit Appelscha.

Bij het bouwen van de naastliggende garage kwam men, nadat de grond was afgegraven, een laag turftegen. Naderhand bleek dit het restant van een kelder, opgezet van turf. Deze diende als koelruimte voor boter en karnemelk.

Ofstân nei jo lokaasje:

Hjir fine jo Zuivelfabriek De Landman

Vaart Noordzijde 23
Appelscha
Plan dyn rûte

fanôf dyn lokaasje

Toan risseltaten