Kennismaken met Friese sporten
Fierljeppen, skûtsjesilen en keatsen. Deze drie traditionele sporten hebben een speciale plek in het hart van de Friezen. We hebben het natuurlijk over polsstokverspringen, zeilen en kaatsen. Ieder jaar strijden Friese fanatiekelingen om de felbegeerde prijs. In deze blog vertellen we je meer over de historie en de tactiek van de sporten en wie weet durf je na het lezen zelf eens een sprong te maken, de zeilen te hijsen of een balletje te slaan.
Fierljeppen
Naast oant moarn is fierljeppen misschien wel het meest bekende Friese woord. Het betekent letterlijk verspringen en in Friesland doe je dat over een sloot met een stok. Vroeger was het vooral een snelle manier om door de waterrijke weilanden te navigeren. Tegenwoordig is het een serieuze sport waarbij atleten afstanden overbruggen tot wel 22 meter. Van mei tot en met september kan je met je campingstoel of kleedje aanschuiven bij de fierljep wedstrijden, met als hoogtepunten de Friese en de Nederlandse Kampioenschappen.
“ Opgroeiend in Friesland heb ik een behoorlijke portie smûk meegekregen. Zonder al te veel poespas, gewoon gezellig samen, met een stukje vers gemaakte cake en een kop thee. Door het bos wandelen en ’s avonds naar een wedstrijdje fierljeppen. ”
- Blogger DitisDil over het boek Smûk (knus) van Wimke Tolsma
Durf je zelf een sprong te wagen? Neem dan eens een kijkje in de Fierljeppolder en het bijbehorende Fierljepmuseum in Noardburgum. De entree voor de Fierljeppolder, geeft ook toegang tot het klompenmuseum. Boek een workshop fierljeppen samen met je vrienden, familie of collega’s. In deze video zie je hoe onze collega Wini uit Noordoost Friesland je voor gaat.
Skûtsjesilen
In de negentiende eeuw vervoerden zeilschepen met platte bodems de turf van de Friese veengebieden naar Amsterdam. Het gedroogde veen werd in die tijd gebruikt als brandstof om huizen te verwarmen. De schippers waren zo vaardig in het zeilen met deze vrachtschepen dat ze onderling wedstrijden hielden wanneer er weinig werk was. Zo werd het skûtsjesilen, het Friese woord voor zeilen met deze typische vrachtschepen een sport. Je zou het de grand prix van Friesland kunnen noemen.
In 1945 werd de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen opgericht, in het Nederlands: Centrale Commissie Skûtsjesilen. De afkorting SKS is inmiddels een begrip in Friesland en voor iedereen die het zeilen eens meegemaakt heeft. De jaarlijkse wedstrijden zijn altijd in de eerste twee weken van de noordelijke bouwvakvakantie en doen aan als één groot feest. De botenparade bij de Waterpoort in Sneek voelt aan als een gigantische poolparty. Op de diverse Friese meren strijden de veertien schippers om dé prijs van het jaar: de felbegeerde SKS-kampioenswimpel. Je zou misschien denken dat de deelnemende skûtsjes uit de Friese Elfsteden komen maar het tegendeel is waar, Sneek is de enige stad met een skûtsje in de strijd. De watersportdorpen zoals Lemmer, Grou en Earnewâld hebben ook een eigen skûtsje. Onder de watersportliefhebbers zijn deze dorpen favoriet vanwege de grote feesten na afloop van de wedstrijden. De Friezen varen massaal met eigen boten naar de wedstrijdlocaties, om vrienden en familie aan te moedigen. Na afloop klinkt het kletsen van de glazen, dit was weer een mooie wedstrijd. Proost, tsjoch!
Maar hoe werkt dat nou? Tijdens de wedstrijden nemen de veertien teams het tegen elkaar op in een serie van elf races, waarbij ze de skûtsjes zo snel mogelijk over een bepaald parcours moeten navigeren. Het skûtsje dat als eerste over de finish vaart, wint en krijgt een bonus. De puntentelling voor het eindklassement is eenvoudig: het schip met de minste punten wint. De telling tijdens de wedstrijd is minder eenvoudig. Bij de zeilsport is er niet één scheidsrechter maar is iedereen eigen scheidsrechter. Zie je een fout? Dan meld je dit aan de persoon die de fout begaat, zodat dit hersteld kan worden. Als de rode vlag zichtbaar is, dan is dat een teken van protest aan een andere schipper. Na de wedstrijd wordt het protest ingediend bij de jury. Zijn zij het ermee eens? Dan ontvangt het skûtsje van de overtreding maar liefst veertien punten. Om te zorgen dat je zo min mogelijk punten verzamelt, wil je als eerste de finishlijn halen. Het eerste skûtsje is dolblij met 0,9 punt. Elk schip dat later volgt krijgt een hele punt extra. Als laatste binnenkomen, levert elf punten op en daarmee een dosis motivatie om de volgende wedstrijd beter te zeilen. De veertien schepen varen na elke wedstrijd door naar de volgende plaats, it giet los!
-
wedstrijdprogramma
Wil je zelf de sfeer proeven van de race met historische vrachtschepen?
-
Vaar mee op een skûtsje
Nog leuker is om zelf eens te varen op een skûtsje, diverse schippers nemen je graag mee aan boord.
Keatsen
Kaatsen is diepgeworteld in de Friese cultuur en traditie. Het is een sport die al eeuwenlang over de hele wereld wordt beoefend en die in het Hoge Noorden nog steeds populair is. Er zijn diverse benamingen en varianten, in Nederland staat het bekend als het Friese Kaatsspel waarvan het kaatshart in Franeker ligt.
Kaatsen is een balsport waarbij de bal met de handpalm wordt geslagen richting de tegenpartij. Het veld bestaat uit twee delen waarbij de teams de opslag en de retourslag verzorgen. De opslag is een onderhandse slagbeweging met de blote hand en de retourslag is een onderhandse óf bovenhandse beweging met een handschoen. Ook wel bekend als de nap. Het speelveld noemen we een kaatsbaan en heeft de vorm van een rechthoek.
De twee teams, het partuur, bestaan elk uit drie spelers. Binnen het team is één persoon de opslagspeler en de andere twee zijn perkspelers. Het doel van het spel is om de kaatsbal binnen het perk van 19 x 5 meter te slaan, waarin de twee perkspelers staan. Het perk is het veld tegenover het opslag vak, met een middengedeelte tussen de voor en achterlijn.
“ Wie de baal kaatst kan hem terugverwachten ”
De puntentelling is minder eenvoudig in vergelijking met het skûtsjesilen. Het doel is om punten te scoren door de bal in het perk van de tegenpartij te slaan. Vier winnende slagen leveren een 'eerst' op, waarbij twee eersten een 'spel' vormen. Het winnende team heeft als eerste zes eersten of drie spellen verzameld. Als het perkteam de bal niet binnen de belijning terugslaat heet dat een onbesliste slag. De eerste keer wordt daarbij de plaats van de bal aangeduid met een wit blokje, genaamd de kaats. De tweede keer met een rood blokje. Na twee onbesliste slagen wisselen de teams van positie en probeert het nieuwe perkteam de bal voorbij de kaatsen te slaan. Zo zijn er nog veel meer regels. De puntentelling wordt bijgehouden op een scorebord dat telegraaf is genoemd. Dat is een paal met zijtakken waar de bordjes van de puntentelling op komen te hangen. De telegraaf is zelfs te koop in miniaturen.
Heb je in Friesland wel eens kransen zien hangen aan een gevel van een huis? Dat zijn de bekende kaatskransen. De winnaars ontvangen deze krans en hangen die aan hun huis, de Friese trots! De kransen blijven zelfs hangen als ze allang niet meer groen zijn.
Het gejuich dat bij een kaatswedstrijd hoort komt in Franeker van het Sjûkelan. Een speciaal kaatsterrein in het centrum dat al sinds 1856 de thuishaven voor dé kaatswedstrijd van het jaar is: de PC. Deze wedstrijd is live te volgen via de lokale zender: Omrop Fryslân. Ieder jaar vindt de wedstrijd trouw plaats op de vijfde woensdag na 30 juni.
Ken je de uitspraak: it giet oan? Als je ja zegt, dan ken je het vast van de Elfstedentocht. Deze gevleugelde uitspraak komt voort uit het kaatsen. It giet oan is tijdens het kaatsen één van de manieren om te zeggen dat de wedstrijd begint. Dit inspireerde voorzitter Henk Kroes van de Elfstedentocht om de tocht in 1997 aan te kondigen met it giet oan! En zo werd de uitspraak landelijk bekend.
Wil je nóg meer leren over keatsen, dan is een bezoekje aan het kaatsmuseum een leuke aanvulling. Tip: vraag een local tijdens je bezoek aan Friesland of ze van een kaatswedstrijd weten. Veel dorpen houden op het sportveld een wedstrijdje en het is erg leuk om daar eens de sfeer te proeven.
Bezoek deze musea over onze typisch Fryske sporten
-
Skûtsjemuseum Earnewâld
In het Skûtsjemuseum in Earnewâld ga je terug in de tijd. Maak kennis met de oude scheepsambachten, bekijk de onderdelen van een skûtsje en ervaar hoe vroeger de turf werd vervoerd.
-
Fierljeppolder en -museum
Durf je zelf een sprong te wagen? Neem dan eens een kijkje in de Fierljeppolder en het bijbehorende Fierljepmuseum in Noardburgum.
-
Kaatsmuseum
Wil je nóg meer leren over keatsen, dan is een bezoekje aan het kaatsmuseum een leuke aanvulling.