Sint-Nicolaaskerk Húns
Húns
De kerk van Húns staat op een scherp afgegraven hoge terp. De zuidkant is in de negentiende eeuw gepleisterd, maar aan de andere kant is nog het oorspronkelijke bouwmateriaal te zien: gele kloostermoppen gemengd met wat rood materiaal. Daar zijn ook...
Neem alvast een kijkje
De kerk van Húns staat op een scherp afgegraven hoge terp. De zuidkant is in de negentiende eeuw gepleisterd, maar aan de andere kant is nog het oorspronkelijke bouwmateriaal te zien: gele kloostermoppen gemengd met wat rood materiaal. Daar zijn ook twee dichtgemetselde ingangen te ontdekken.
De oude zadeldaktoren is in de achttiende eeuw vervangen door een houten geveltoren met kleine ingesnoerde spits. Er hangt een luidklok in van Hans Falck (1619).
Binnen vallen direct de mooie oliehanglampen uit de negentiende eeuw op. Onder de gebeeldhouwde grafzerken een priesterzerk uit 1577. Het doophek met aansluitende kerkbanken uit de zeventiende eeuw vormt een fraai ensemble. Het orgel is in 1962 overgekomen uit de kerk van Leons, toen de kerk daar zou worden afgebroken (wat niet is gebeurd).
Extra informatie:
De Nicolaaskerk staat op een scherp afgestoken, hoge terp en is daar aan het begin van de 13de eeuw totstandgekomen. De naar de dorpskom gerichte zuidzijde van het muurwerk is geheel met in de 19de eeuw aangebrachte en verschillende keren gerepareerde cementpleister besmeerd en vertoont zich hier niet van de boeiendste kant. Deze zijde heeft drie grote spitsboogvensters en boven de korfbogige ingang staat een vierde, kleiner exemplaar. Ook de halfronde koorsluiting is deels gepleisterd en voorzien van een spitsboogvenster. Aan de noord- en westzijde is het oorspronkelijke bouwmateriaal in het zicht gebleven: gele kloostermoppen die licht gemêleerd zijn met wat rood materiaal. Er is slechts één spitsboogvenster ingebroken. Er zijn geen sporen van vroegere vensters te ontdekken. maar wel, naast elkaar, twee dichtgemetselde ingangen. Een rondbogige die bij de oorspronkelijke kerk heeft behoord en een deels met kleine rode steen dichtgezette spitsbogige van later tijd. In de westelijke muur zit een klein lancetvenster. De oude zadeldaktoren is in de 18de eeuw vervangen door een vrij gesloten houten geveltoren met een ingesnoerd spitsje die door een gepleisterd risaliet in de westgevel wordt ondersteund. In de toren hangt een luidklok die in 1619 door Hans Falck is gegoten.
Het interieur onder het wit geschilderde houten tongewelf met koof en trekstangen is eenvoudig. Er hangen fraaie olielampen uit de 19de eeuw en in de vloer ligt een aantal gebeeldhouwde grafzerken. Daarbij een priesterzerk voor Sibren Jacob, pastoor van Húns tot zijn dood in 1577. De preekstoel staat met het klankbord tegen de koorsluiting en heeft toogpanelen tussen gegroefde hoekzuilen en rolwerk bij het rugschot. Daarvoor staat het doophek met balusters en bollen en twee kerkbanken in dezelfde vormgeving, een ensemble dat nog uit de 17de eeuw dateert. In 1962, toen de kerk van het nabijgelegen Leons zou worden afgebroken – wat niet is gebeurd – is het orgel naar Húns overgebracht, een instrument dat omstreeks 1875 is gebouwd door Willem Hardorff uit Leeuwarden.
Begin 13de eeuw, geveltoren 18de eeuw
Protestants
Preekstoel, olielampen, orgel