Op 2 mei 2015 is hier dit monument onthuld voor de Fries Canadese soldaat Gaele Visser, in 1920 geboren te Haskerhorne en in 1930 geëmigreerd naar Canada. Gaele Visser meldt zich in 1942 aan bij het Canadese leger en wel bij the Algonquin Regiment. Hij heeft gevochten bij de bevrijding van West-Europa en is gesneuveld op 23 april 1945 in de buurt van Oldenburg (D).
Hij ligt begraven op de Canadese Oorlogsbegraafplaats Holten.Het monument bevat informatie over zowel zijn privéleven en militaire loopbaan.
Richard Jung werd geboren op 27 februari 1911 te Reichenberg in Tjechië. Hij was rangeerder bij de Tsjechische Spoorwegen. In 1942 kreeg hij een oproep om dienst te nemen in het Duitse leger, hetgeen Jung als felle tegenstander van het nationaal-socialisme weigerde. Hij pleegde sabotage en werd gearresteerd.
Jung zat opgesloten in diverse concentratiekampen en gevangenissen, waaruit hij ontslagen werd of wist te ontsnappen, onder andere te Wenizza, Dnjepropetrowsk, Dubno, Ratipol en Brual-Rhede Lager III. Hij vluchtte en kwam bij Nieuweschans Nederland binnen. Na veel omzwervingen dook hij onder in het Schar, bij de familie Johannes Kuiper. Hier verbleef hij negen weken en ontmoette hij Broer Akkerman uit Sintjohannesga.
Met Akkerman is hij weggegaan toen zijn gastheer in Drenthe werd gearresteerd. Op 8 april 1945 werd de groep Haskerland van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten gemobiliseerd. Jung ontpopte zich als een moedig verzetsman, die steeds vrijwillig het zwaarste en gevaarlijkste werk wilde doen.
Op zondag 15 april 1945 bood hij zich aan voor een verkenningstocht ten dienste van het Canadese leger, dat in de richting van de brug in Scharsterbrug oprukte. Jung ging op de fiets vooruit, maar toen dat te gevaarlijk werd, besloot hij te voet verder te gaan. Zo nu en dan zocht hij dekking in de zogenaamde eenmansgaten in de berm van de weg. In een gat dat voor de helft was dichtgegooid, heeft Jung geen dekking genoeg kunnen vinden, met als gevolg dat hij door de bezetter werd doodgeschoten.
Akkerman heeft onder vijandelijk vuur met de hulp van twee Canadese soldaten het stoffelijk overschot van Jung weggehaald. Op 18 april 1945 werd hij begraven op de N.H. begraafplaats te Sintjohannesga. Jung is herbegraven op Nationaal Ereveld Loenen. In Rotsterhaule is een weg naar Richard Jung vernoemd.
Onthulling
Het monument is onthuld op 15 april 1946. Het gedenkteken is een geschenk van de bevolking van Sintjohannesga en omstreken.
Sint Johannesga
vanaf jouw locatie
Monument Scharsterbrug
Monument Scharsterbrug
Het dorp Scharsterbrug en de brug over de Scharster-Rijn waren belangrijk voor de Duitse verdedigers. Beide lagen op de weg naar Lemmer waar honderden Duitse militairen per schip hoopten te kunnen ontkomen naar Noord-Holland. In korte tijd werd er tweemaal gevochten in Scharsterbrug.
Op 9 april probeerden 13 mannen van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.) van Doniawerstal de brug in Scharsterbrug te veroveren op een tiental Duitse bewakers. De Duitsers werden overmeesterd waarbij één van hen werd neergeschoten. De N.B.S. dacht hij gedood was, maar dat bleek anders te zijn toen uitgerekend hij er in slaagde om een andere groep Duitsers te waarschuwen.
Deze groep bevond zich op een nabijgelegen patrouilleboot. Met de zware wapens van deze boot openden de Duitsers vervolgens het vuur. De N.B.S.’ers zagen daardoor geen kans meer om de brug definitief te veroveren en trokken zich terug. Door het Duitse vuur vielen in het dorp verschillende slachtoffers. Waaronder één dode. In de dagen daarna was het dorp toneel van colonnes Duitse soldaten die zich richting Lemmer terugtrokken met als doel om van daaruit de oversteek naar Noord-Holland te maken. Scharsterbrug was voor de Duitsers in deze dagen dus erg belangrijk.Op 15 april waren de Canadezen zo dichtbij dat de Duitsers besloten om de brug op te blazen. Maar zij trokken zich daarna niet terug. De Scharster-Rijn was één van de laatste belangrijke hindernissen op weg naar Lemmer. En in Lemmer bevonden zich nog enkele honderden Duitsers die naar Noord-Holland wilden. Het dorp moest dus verdedigd worden.
De eerste confrontatie met de Canadezen vond al die dag plaats.
Joure was zonder slag of stoot bevrijd. In een poging om een zuidelijke route naar Sneek te vinden stuitten 7th Reconnaissance Regiment Duke of York’s Royal Canadian Hussars op de opgeblazen brug in Scharsterbrug. De Duitsers namen de Canadezen onder vuur. De Canadezen maakten echter korte metten met de Duitsers aan hun kant van het water en trokken zich daarna terug.
De resterende Duitsers verschansten zich in de Hollandia zuivelfabriek, enkele huizen en boerderijen en in schuttersputjes langs de weg. Hier hadden ze een goed uitzicht op de weg naar Joure. Het lokale verzet speelde een belangrijke rol bij het verkennen van de Duitse posities. Hierbij kwam één van hen, Richard Jung, om het leven.
Nadat was vastgesteld dat de Duitsers zich ook in de Hollandia fabriek bevonden, openden de Canadezen op 16 april het vuur met mortieren en geschut. De rest van de dag werd er over en weer geschoten. Twee voertuigen van de Cameron Highlanders of Ottawa werden geraakt door een stuk luchtafweergeschut. Daarbij raakten vier Canadezen gewond. Daarna maakte een aanval van het Régiment de la Chaudière een einde aan de Duitse tegenstand in Scharsterbrug. Hierbij sneuvelde Lance Corporal Lucien Potvin.
Na de strijd was er geen sprake van een feeststemming in het dorp. De aanblik op Scharsterbrug na de gevechten was vreselijk. De destijds zesjarige Otto Haitsma herinnerde zich: ‘kapot geschoten huizen, smeulende resten van stallen en boerderijen, zwartgeblakerde opgezwollen dode koeien en paarden met opengesperde ogen en vlakbij de melkfabriek een hoop lichamen zonder armen of benen en weggeschoten hoofden in bloed doordrenkte flarden van uniformen’.
De bevrijding van Scharsterbrug opende de weg naar Lemmer. De Canadese engineers bouwden op 17 april een Bailey brug naast de verwoeste brug. Lemmer kon dezelfde dag worden bevrijd.