Wat een dijk! Het is een flinke klim, maar bij helder weer kun je de waddeneilanden zien liggen. Niet alleen de hoogte van de dijk imponeert, maar ook de strakke en rechte vorm. Vroeger was die veel grilliger. Zo kun je aan het wegenpatroon zien dat de dijk hier ooit een bocht maakte.
De dijk was ook veel lager. Tot in de twintigste eeuw konden de Koehoolsters waarschijnlijk vanuit hun huizen de zee zien, over een anderhalve meter hoog dijkje. In de jaren dertig werd de dijk ongeveer vijfenhalve meter hoog en in de jaren zeventig kwam hier nog minstens twee meter bij. De komende jaren wordt de dijk versterkt.
De dijk en de zee bepaalden eeuwenlang het leven in Koehool. Bijna alle inwoners visten in het voorjaar en zomer met fuiken op haring, schar, bot en paling. Met z'n allen sleepten ze de vissersbootjes in het voorjaar over de dijk.
Met de komst van de Afsluitdijk in 1932 was het in één klap afgelopen met de haringvisserij. De zeestromen waren door de afsluiting van de Zuiderzee drastisch veranderd, waardoor ook die dijkverhoging hier nodig was. Een flink deel van de oude (vissers)huisjes en zwartgeteerde schuurtjes sneuvelden in 1970, toen de dijk niet alleen hoger maar ook breder werd. Alleen het beeld De Waadfisker en de recreatiewoningen die op vissershuizen zijn geïnspireerd herinneren nu nog aan de visserij.
De kustbewoners waren ook op een andere manier verbonden met het water. Zwemmen kon je hier namelijk lange tijd ook, bij hoog water dan, net als op andere plaatsen aan de dijk. In de jaren dertig waren hier zelfs badhokjes in het café om je te verkleden.
Ingesproken door: Scenograaf en theatermaker Sofie Doeland ontwikkelt ook installatiekunst. In 2019 maakte ze een kunstwerk voor Moving Landscapes, een samenwerking tussen Oerol en Sence of Place. Een reizende expositie bestaande uit zes landschapswerken die het perspectief van de toeschouwer manipuleren, raken en sturen.
Sofie begeeft zich graag in een monumentaal of ongewoon landschap, het liefst ergens buiten op een heuvel in weer en wind. Op die manier is ze met Joop Mulder in aanraking gekomen. “Ik heb hem leren kennen als een trouwe, lieve en krachtige man. Nuchter en vastberaden. Erg behulpzaam en vol vertrouwen. Hij stond echt pal achter de kunstenaars waarmee hij werkte. Het raakt me nog steeds dat hij er niet meer is.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
During the war, Jakob (Jaap) Klok ended up in the resistance in Dantumadeel, where he played an important role. At the time, he lived with his wife and four children in Akkerwoude, where he was headmaster of the school at Hearewei 13. He stayed there until 1947 and will always be remembered as "Headmaster Klok."
Jaap Klok was active socially and in politics as a member of the Dutch Social Democratic Labour Party (SDAP). When party meetings were banned by the German occupiers, Jaap imperceptibly became ever more involved in resistance activities. He passed on party information, distributed illegal newspapers, and looked for addresses for people in hiding. Jaap Klok joined the LO, the National Organisation for Aid to people in Hiding, and became the Akkerwoude village commander.
Although people did not know exactly what he did, it was known that he was in the resistance. Despite the fact that his name circulated among NSB members, he decided not to go into hiding, but instead tried to be even more careful and to sleep at home more often than not.
As the war drew to a close, Jaap became very busy. The Dutch government in exile was calling on railway workers to go on strike. The resistance arranged for the hiding. On 15 December 1944, a group of about sixty refugees from Arnhem arrived at his school. Jaap was indirectly involved in the evacuation committee, which was looking for addresses for the unfortunate Arnhem residents.
Shortly thereafter, he was warned at the schoolhouse that during a raid in Murmerwoude, explicit questions were asked about schoolmaster Klok. Jaap did not hesitate a second and quickly left the house. And not a moment too soon, as ten minutes after his departure the Germans were already on his doorstep. From that moment on, Jaap knew that he had to be very careful. He hardly ever slept at home anymore.
From January 1945 onwards, the situation became explosive. After the discovery of weapons on a farm in Aalsum, the Germans became fanatical. They relentlessly hunted down resistance fighters and used any means to make those who were caught talk. The name "Jaap Klok" was also mentioned during these interrogations. Sufficient reason to leave then and there, with his whole family. The children stayed with relatives. He and his wife went into hiding elsewhere.
During the last weeks of the war, Jaap was very busy. Much had to be organised and discussed within the resistance to expel the Germans and prepare for the arrival of the Canadians. Just before Dantumadeel was liberated, the inhabitants were already beside themselves with joy. They raised the flag and took to the streets en masse to celebrate. Because of his resistance work, Jaap knew exactly what the situation was with regard to the liberation. He climbed onto the balcony of the town hall and addressed the people. After all, the danger had not yet passed. Even when that was the case shortly thereafter, he ensured that peace was maintained among the population of Dantumadeel and thus prevented the molestation of a number of NSB members.
After the war, he held many administrative positions in the province of Friesland. In 1984, Jaap Klok died at the age of 91. Fifteen years later, a statue of him was erected in Akkerwoude, which was then called Damwoude, as a tribute.
From the book "De oorlog een gezicht geven" (deel 6) – Dantumadeel in de periode '40 - '45 by Yvonne te Nijenhuis and Reinder H. Postma