Execution of ten Dutch collaborators near Oldeberkoop
Execution of ten Dutch collaborators near Oldeberkoop
On the afternoon of 12 April, Oldeberkoop was liberated by "D" Squadron of the Royal Canadian Dragoons. Later that day, they established a temporary headquarters in the village. The movements of "D" squadron were coordinated from the headquarters. This was also the place where prisoner of war from the immediate surroundings were gathered.
These prisoners of war were often Germans, but sometimes also Dutch who served voluntarily in the Waffen-SS, the NSKK (a paramilitary section of the Nazi party NSDAP) or the Dutch Landwacht. On this 12th of April, ten of these collaborators were brought into the encampment in Oldeberkoop amid great interest. Hatred of people who fought with or for the Germans was strong among most of the Dutch population. A resident of Oldeberkoop described the moment the men were brought in:
"The crowd booed and whistled, some spat, and some could not keep their hands off them. One of them got such a blow to the head that hit made his head spin."
Not much later, these POWs were taken away again. Presumably with the aim of taking them to a real prison camp in Vledder. But the men would never get there. All ten of them were shot without trial in the Koepelbos just outside Oldeberkoop.
It was long thought that the Canadians were responsible for these unlawful executions. But by 1995, it became clear that Canadian involvement had been minimal. Stories about the involvement of two former resistance fighters were confirmed when one of them confessed to having fired the shots. In addition to himself, a colleague, a Canadian driver and some men who had dug the graves were present at the execution.
The exact reason for the murder of the Dutch collaborators and the exact role of the two Dutchmen and the Canadian have never been fully clarified. There are different accounts of the events leading up to the shooting. On 14 April, the bodies were finally buried in a mass grave on the side of the road. Later they were transferred to the German war cemetery in Ysselsteyn. The names of most of the victims also became known at that time:
Egbert Jan Hommes, Ordnungspolizei Otto Frikken, Ordnungspolizei Gerrit Jan Seevinck, Dutch Landwacht Hendrik Dales, Dutch Landwacht Heike Ham, Dutch Landwacht Douwe Jonkman, Dutch Landwacht Bernard Janssen, Dutch Landwacht Arnold Pieter Post, Dutch Landwacht The identities of two men from the Dutch Landwacht could not yet be ascertained.
Vijftien geallieerde vliegers en vijftien verzetsslachtoffers vinden hun laatste rustplaats op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden. Ook worden er tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna 450 gesneuvelde Duitse militairen begraven. Hun stoffelijke resten worden in 1958 overgebracht naar de Duitse oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn.
Kort na het begin van de bezetting wordt de Noorderbegraafplaats aan het Leeuwarder Schapendijkje in gebruik genomen als militair ereveld. De eerste teraardebestelling van Duitse oorlogsdoden vindt er op 9 augustus 1940 plaats. Bij de bevrijding liggen op het Ehrenfriedhof bijna 450 Duitse militairen, die in 1958 collectief worden overgebracht naar de Kriegsgräberstätte Ysselsteyn bij Venray.
Het aantal geallieerde militairen dat vanaf juli 1941 op de begraafplaats een laatste rustplaats krijgt is qua aantal veel geringer. Nu nog liggen dertien Engelsen en twee Nieuw-Zeelanders begraven onder een rij karakteristieke witte headstones op regel 23 van de 2e afdeling. Oorspronkelijk waren er meer geallieerde oorlogsgraven. Twee Amerikanen en een Canadees zijn na de bevrijding herbegraven op de erevelden in Margraten en Holten.
In alle nu nog aanwezige geallieerde oorlogsgraven zijn bemanningsleden van vliegtuigen begraven. Van hen zijn alleen David Kay Foster en Robert Stanley Ling in de gemeente Leeuwarden gesneuveld. Hun Mosquito jachtbommenwerper stort op 28 mei 1944 neer op het vliegveld na een beschieting door luchtafweergeschut. De overige vliegeniers komen om een andere reden op de Noorderbegraafplaats terecht. Albert Hayes, Len Townrow en Michael John Boyle worden alle drie zwaargewond overgebracht naar het Bonifatiusziekenhuis en sterven daar ondanks de goede zorgen van de Duitse medische staf.
Jarenlang onderzoek door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) in samenwerking met de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht achterhaalt de identiteit van de zes gesneuvelden in het eerste graf. Het gaat om de bemanning van Wellington R1397. Het vliegtuig stort op 25 juli 1941 bij Boazum neer na een luchtaanval op Emden en is het eerste toestel dat crasht op het Friese vasteland. In 2015 zijn in aanwezigheid van nabestaanden twee nieuwe grafstenen met de namen van de bemanning door een legerpredikant ingezegend. De oude, naamloze, steen is nog te bezichtigen in het Fries Verzetsmuseum.
Ook liggen er vijftien verzetsslachtoffers begraven op de Noorderbegraafplaats, op een speciaal daarvoor ingericht ereveld. Op de grafmonumenten staat de tekst:
‘Fallen yn ‘e striid tsjin ûnrjocht en slavernij - dat wy yn frede foar rjocht en frijdom weitsje’
‘Gevallen in de strijd tegen onrecht en slavernij, opdat wij in vrede voor recht en vrijheid waken.’
Het meest in het oog springend zijn de drie zij aan zij geplaatste monumenten van de broers Mark, Klaas en Hyltje Wierda, die op 11 april 1945, enkele dagen voor de bevrijding, werden gefusilleerd bij Dronrijp.
De oorlogsgraven op de Noorderbegraafplaats zijn geadopteerd door vijf scholen uit Leeuwarden, die elk jaar op 15 april een herdenking organiseren.
Ook achter de grafmonumenten voor de Joodse familie Suskind (graf 03/-/24 /04) gaat een tragisch oorlogsverhaal schuil. MTS-leraar Willy Süskind stapte samen met zijn vrouw en zoon uit het leven, één dag na de Duitse inval in Nederland.
Helemaal achter op de begraafplaats herinnert een bijzonder grafmonument eveneens aan een oorlogsdrama. Het beeld van een treurende vrouw is geplaatst op het graf van Johanna Wilhelmina te Winkel en haar zoontje Hans, beiden slachtoffer van afgedwaalde bommen op de Julianastraat in 1942 (graf 04/1b/10).